Omstandigheden

Zie voor een opsomming van 'overige omstandigheden' Verbintenissenrecht (Hondius), art. 6:233, aantek. 18-44.

Mölenberg (diss., p. 206-207), vindt dat de toetsing niet afhankelijk moet zijn van de omstandigheden van het concrete geval. In zijn visie moet de rechter abstraheren van de omstandigheden van de concrete wederpartij en oordelen naar de omstandigheden van een 'doorsnee' wederpartij. Het kan overigens volgens de parlementaire geschiedenis en de literatuur zo zijn dat een beding getoetst aan afd. 6.5.3 niet onredelijk bezwarend blijkt te zijn, maar een beroep op het beding toch in een concreet geval op de redelijkheid en billijkheid strandt, bijvoorbeeld in het geval van rechtsverwerking.Zie nader R.H.C. Jongeneel, Algemene Vernietigingsgronden; de open norm, in: Wessels/Jongeneel/Hendrikse 2006 par. 7.5.